La ville est fabuleuse et a bien changé grâce aux modes de transport alternatifs développés pendant et après la pandémie. Nous allons vers une amélioration, mais il subsiste une sous-conscience concernant l'utilisation de l'espace public. En réalité, cet espace, qui est ouvert dans la ville, est trop orienté vers le déplacement. Nous devons réapprendre à habiter l’espace public.
Prenons l'exemple de la jeunesse : il est crucial que les enfants et les adolescents se réapproprient cet espace. Il reste encore beaucoup de travail à faire à ce sujet. Si nous repensons la mobilité et libérons 50 % du territoire urbain actuellement consacré à la circulation, nous pourrions bénéficier d'un espace où l'on peut faire autre chose que se déplacer. Il est important de réfléchir à comment habiter ces rues et ces places, en leur donnant des fonctions supplémentaires.
Une autre question qui me préoccupe est celle du logement. La manière dont nous concevons le logement et le légiférons est totalement obsolète. Les réglementations urbanistiques actuelles se basent sur des normes de 20 ou 30 ans. Par exemple, on insiste pour conserver les garages, alors qu’aujourd'hui, même sans voiture, nous pourrions les transformer en espaces de rangement pour vélos ou en ateliers.
Ces réglementations sont déconnectées des besoins actuels. Le logement devient de plus en plus cher, et il est souvent difficile d'obtenir un permis d'urbanisme à Bruxelles. Il faut presque un avocat pour naviguer dans ce processus, ce qui n'est pas normal. Les délais d'attente peuvent atteindre 3, 6, voire 9 mois, parfois des années en cas de recours, en raison d'idées dépassées.
Il est donc crucial que les pouvoirs publics s'adaptent aux nouveaux modes d'habitat et à la gestion contemporaine de ces espaces.
« Good Move » n'est qu'un maillon d'une chaîne de transformation de la ville. Cela signifie « mieux bouger », mais derrière cela se cache la question de l'utilisation optimale de l'espace public, sans le dédier uniquement à la mobilité.
Nous devons sensibiliser la population, c’est-à-dire les habitants de la ville, à ces nouvelles réglementations. Souvent, celles-ci sont appliquées sans réflexion ni communication. Il semble que les habitants ne puissent pas autogérer les espaces dans lesquels ils vivent. Il est essentiel d'accompagner ces questions d'une conscientisation des citoyens sur leur territoire, en privilégiant le consensus.
« Good Move » et « bouger » font partie de l’expérience de vivre en ville. Il ne s'agit pas seulement de se déplacer, mais aussi de mieux habiter l'espace public. Lorsque des changements sont imposés, comme un sens unique sur une avenue habituelle, cela peut créer des frustrations. Cependant, si les citoyens comprennent le sens de ces transformations, ils pourront mieux accueillir ces changements de paradigme.
Il est crucial de faire comprendre aux gens comment utiliser autrement l'espace public. Par exemple, le recyclage des déchets a été presque imposé, avec l'introduction de frais pour les sacs. Aujourd'hui, cette pratique est acceptée, mais cela a pris 15 à 20 ans. Il est donc nécessaire d'éduquer et de conscientiser les citoyens pour qu'ils comprennent les enjeux derrière ces nouvelles réglementations. La conscientisation est essentielle pour que ces changements soient acceptés plutôt que rejetés.
Ik stem VOOR! Het openbaar stadsleven vormgeven
De stad is fantastisch en is aanzienlijk veranderd dankzij de alternatieve vervoersmodi die tijdens en na de pandemie zijn ontwikkeld. We gaan de goede kant op, maar er blijft een onbewuste focus op het gebruik van de openbare ruimte. In werkelijkheid is deze ruimte in de stad te veel gericht op verplaatsing. We moeten opnieuw leren om de openbare ruimte te bewonen.
Neem bijvoorbeeld de jeugd: het is essentieel dat kinderen en jongeren zich deze ruimte opnieuw eigen maken. Hier valt nog veel werk te verzetten. Als we de mobiliteit heroverwegen en 50% van het stedelijk gebied dat momenteel voor verkeer wordt gebruikt, vrijmaken, zouden we kunnen profiteren van een ruimte waar we meer kunnen doen dan enkel ons verplaatsen. Het is belangrijk om na te denken over hoe we straten en pleinen kunnen gebruiken door ze extra functies te geven.
Een ander punt dat me zorgen baart, is wonen. De manier waarop we woningen ontwerpen en reguleren is volledig achterhaald. De huidige stedenbouwkundige regels zijn gebaseerd op normen van 20 of 30 jaar geleden. Er wordt bijvoorbeeld op aangedrongen om garages te behouden, terwijl we vandaag, zelfs zonder auto, deze zouden kunnen omvormen tot fietsenstallingen of werkplaatsen.
Deze regels zijn losgekoppeld van de huidige behoeften. Wonen wordt steeds duurder, en het is vaak moeilijk om een bouwvergunning te krijgen in Brussel. Het proces lijkt een advocaat te vereisen, wat niet normaal is. De wachttijden kunnen oplopen tot 3, 6, zelfs 9 maanden, en soms jaren bij beroep, vanwege verouderde ideeën.
Het is dus van cruciaal belang dat de overheid zich aanpast aan nieuwe woonvormen en de hedendaagse invulling van deze ruimtes.
"Good Move" is slechts een schakel in de ketting van stedelijke transformatie. Het betekent "beter bewegen," maar daarachter ligt de vraag naar optimaal gebruik van de openbare ruimte, zonder deze uitsluitend aan mobiliteit te wijden.
We moeten de bevolking, de stadsbewoners, bewust maken van deze nieuwe regels. Vaak worden deze regels ingevoerd zonder veel overleg of communicatie. Het lijkt erop dat bewoners niet zelf kunnen bepalen hoe zij de ruimtes waarin ze leven beheren. Het is belangrijk om deze kwesties te begeleiden door het bewustmaken van burgers over hun leefomgeving, waarbij consensus vooropstaat.
"Good Move" en "bewegen" maken deel uit van de ervaring van het leven in de stad. Het gaat niet alleen om verplaatsing, maar ook om het beter bewonen van de openbare ruimte. Wanneer veranderingen, zoals eenrichtingsverkeer op een bekende laan, worden opgelegd, kan dit frustratie veroorzaken. Maar als burgers de betekenis achter deze transformaties begrijpen, kunnen ze deze veranderingen in het denken beter accepteren.
Het is cruciaal om mensen te laten begrijpen hoe ze de openbare ruimte op een andere manier kunnen gebruiken. Zo werd afvalrecycling vrijwel opgelegd, met de invoering van kosten voor vuilniszakken. Vandaag is deze praktijk geaccepteerd, maar dat heeft 15 tot 20 jaar geduurd. Het is dus noodzakelijk om burgers op te voeden en bewust te maken, zodat ze de redenen achter deze nieuwe regelgeving begrijpen. Bewustmaking is essentieel om ervoor te zorgen dat deze veranderingen worden geaccepteerd in plaats van afgewezen.